Over de bouwfasering van het Waaggebouw in Alkmaar is al het nodige bekend en geschreven. Echter, tot nog toe is de fasering die blijkt uit de archivalia nooit gestaafd aan jaarringenonderzoek van het aanwezige constructiehout. In opdracht van gemeente Alkmaar is zeer recent dendrochronologisch onderzoek uitgevoerd. In totaal zijn uit de gehele eiken kapconstructie 18 monsters genomen. Ze waren allemaal wijdringig, dat wil zeggen dat het hout snel is gegroeid en dus afkomstig uit warmere regio's. Door de wijde ringen bevatten de diverse monsters slechts een beperkt aantal jaarringen en waren daardoor moeilijk te dateren. Desondanks leverde een aantal monsters goede resultaten en zodanig dat de vermeende bouwfasering wel degelijk werd bevestigd. De kap van de kapelzijde (O) dateert 1430; dat is eigenlijk jonger dan verwacht, omdat de kapel oorspronkelijk 14e eeuws zou zijn. Maar de kap kan natuurlijk aan vervanging toe zijn geweest. De kap van de gasthuiszijde (W) dateert 1454, een faseverschil van krap 15 jaren. Opvallend aan de resultaten is daarnaast dat de schijntransepten (N en Z) tot de gasthuisfase behoren, zoals vermoed. Het verklaart ook waarom op de scheiding het spant aan één zijde niet geprofileerd is, maar vlak: het was het strijkspant achter de oorspronkelijke westgevel van de kapel.
Het onderzoek krijgt nog een vervolg, waarbij de onderzoeksvraag is of onderdelen van de lager gelegen houtconstructies mogelijk afkomstig zijn uit de vroegste bouwfasen, dat wil zeggen behorend bij de periode van de kapel en het gasthuis.
Reacties