In 1923 werd de begraafplaats van Beverwijk in de rand van de duinen gesitueerd, waarbij de bekende Haarlemse landschapsarchitect Leonard A. Springer betrokken is geweest. In 1946 komt een uitbreiding tot stand, in de vorm van een sober veld ten westen van de bestaande delen. Een aanpassing van dit veld, dat ‘De Nollen’ wordt genoemd, volgde tussen 1957 en 1964 onder leiding van de gemeentelijke architect J.A. Hageman. Daarnaast maakte hij plannen voor een grote uitbreiding van de begraafplaats in zuidelijke richting, naar een zogenaamd ‘Scandinavisch model’ met omsloten grafvelden. De bouw van de aula naar ontwerp van gemeentelijk architect Stam behoort tot dit plan, dat in 1966 kon worden geopend, centraal gelegen tussen de nieuwe velden.
De huidige sobere baksteen architectuur is kenmerkend voor de ontstaansperiode in de jaren '60 van de 20ste eeuw. Het gebouw heeft een eenvoudige functionele vormgeving en manifesteert zich als paviljoen in de landschappelijke omgeving. De abstract vormgegeven klokkentoren is het enige verticale element. In 2000 werd de koffiekamer aan de westzijde uitgebreid en een jaar later werd de aula heringericht.
Desondanks kent het huidige gebruik van de aula een aantal knelpunten: uitstraling, capaciteit, oriëntatie en routing. Er is gekozen voor een herkenbare ingreep die de karakteristiek zo min mogelijk aantast. Het schetsplan voor de uitbreiding en interne aanpassing zorgen voor een duidelijke kwaliteitsverbetering. Het is onderdeel van een haalbaarheidstudie in opdracht van gemeente Beverwijk.
Reacties
U kunt deze conversatie volgen door in te schrijven op de reactiefeed van dit bericht.